top of page

Kleding

Kleding beschermt ons tegen verschillende weer- en werkomstandigheden. Ze biedt mensen een identiteit en bepaalt mee ons zelfbeeld. Het kledingbudget moet daarom voldoende ruimte bieden voor variatie zodat mensen in verschillende sociale situaties zich gepast kunnen kleden. De kledingstukken worden dan ook in verschillende winkels geprijsd. Om de principes van keuzevrijheid en betaalbaarheid te verzoenen, bevat het kledingbudget de prijs van kledingstukken waarvoor minstens nog drie andere gelijkaardige kledingstukken kunnen worden gekocht.  Er wordt ook rekening gehouden met het feit dat mensen  ook vaak kleding kopen in de soldenperiodes of tweedehands. Dit gebeurt door de kostprijs voor nieuwe kleding te verminderen met 10%.


Het referentiebudget voorziet vooral in multifunctionele, tijdloze ‘casual’ kleding (inclusief schoeisel) die veel seizoenen kan doorstaan en een lange levensduur heeft. Daarnaast worden ook enkele kledingstukken opgenomen om te dragen tijdens eerder formele gelegenheden zoals een trouwfeest of een sollicitatiegesprek. Kleding van kinderen en jongeren heeft een kortere levensduur. Ook slaap- en sportkleding, muts, sjaal, stropdas, broeksriem, en hand- en reistas worden opgenomen. In het kledingbudget zit ook de maandelijkse afschrijfkost van een wasmachine, waspoeder, wasmand, klassiek strijkijzer, strijkplank, vlinderdroogrek met wasspelden, kleerkast en stoel.

bottom of page