FAQ
REMI Sociaal berekent referentiebudgetten op maat van elk gezin.
Hiervoor houdt REMI Sociaal rekening met de reële leefomstandigheden en noden van ieder gezin. Die kunnen in belangrijke mate afwijken van deze van de typegezinnen waarvoor de referentiebudgetten worden opgemaakt.
REMI Sociaal stelt de mate van behoeftigheid vast aan de hand van het verschil tussen de hoogte van het netto beschikbare gezinsinkomen en de hoogte van het berekende referentiebudget. Ingeval van een negatief saldo, dient steeds te worden onderzocht in welke mate de gezinsinkomsten kunnen worden verhoogd en/of de vaste uitgaven kunnen worden verlaagd. Wanneer dit niet mogelijk is (op korte termijn), is een tussenkomst via aanvullende steun gewenst.
Behalve een diagnose-instrument en een referentiekader heeft REMI Sociaal ook een educatieve functie: het door REMI Sociaal gegenereerde maandbudget kan bijvoorbeeld nuttig worden ingezet in een budgetbegeleidingstraject. Voor meer info lees het afsprakenkader.
Het begrip ‘menselijke waardigheid’ is een belangrijk juridisch begrip. Het vormt de basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Europees Sociaal Handvest, de sociale grondrechten in de Belgische Grondwet en van de OCMW-wet.
“Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid” (art. 1 OCMW-wet).
Het is de opdracht van ieder OCMW, en bij uitbreiding van ieder lokaal bestuur, om voor al haar inwoners de voorwaarden voor een menswaardig leven te realiseren. Hiertoe zet de gemeente maximaal in op een gelijke toegang tot de sociale grondrechten (art. 23 grondwet), waaronder het recht op menswaardig inkomen. Op de vraag wat een waardig inkomen inhoudt en hoeveel het bedraagt, geven referentiebudgetten voor maatschappelijke participatie een antwoord.
Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de diagnose van financiële behoeftigheid door de REMI Sociaal tool en het geven van aanvullende financiële steun (AFS).
Het toekennen van AFS gaat best gepaard met het nemen van maatregelen die de financiële tekorten structureel verkleinen of wegwerken, zoals: het uitputten van bijkomende rechten (op bv. een verhoogde tegemoetkoming, het sociaal tarief voor gas en elektriciteit, sociaal-culturele participatie, …), het verwerven van een (hoger) arbeidsinkomen of het verlagen van bepaalde uitgaven waar mogelijk.
Het Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn (voorheen CEBUD) raadt aan om het volledige negatieve saldo als AFS uit te keren aan gezinnen voor wie alle noodzakelijke stappen werden genomen om hun financiële leefsituatie structureel te verbeteren. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat gezinnen in een armoedeweb verstrikt geraken.
Aan de lokale besturen die onvoldoende budgettaire ruimte kunnen of willen vrijmaken om de volledige tekorten te dichten, raadt het Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn (voorheen CEBUD) aan om de AFS niet procentueel te verminderen omdat dit een verschillende impact kan hebben op gezinnen naargelang hun omvang of naargelang de grootte van de vaste kosten. Dit soort beslissingen moet echter worden genomen op het niveau van een OCMW (en niet door een individuele maatschappelijk werker).
Zie afsprakenkader 2.3.
Het gebruik van REMI Sociaal en het systematisch en proactief screenen van de behoeftigheid van gezinnen met behulp van REMI Sociaal zal in het begin allicht meer tijd vragen omwille van het leerproces en zal wellicht ook leiden tot een uitbreiding van het aantal dossiers. REMI Sociaal zorgt echter wel voor een ver doorgevoerde structurering van het sociaal onderzoek en van de opmaak van individuele dossiers en hierdoor wordt dan weer tijd gewonnen. Bovendien kunnen een aantal beleidsbeslissingen veel gemakkelijker worden geformaliseerd waardoor niet elk individueel dossier (uitvoerig) op het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst of op de raad voor maatschappelijk welzijn moet worden besproken.
Het is niet zo dat alle velden steeds moeten worden ingevuld, enkel de reële huisvestingskosten zijn verplicht. Voor alle andere bedragen zijn referentiebedragen ter beschikking. Wanneer de maatschappelijk werker vermoedt dat er een grote afwijking is tussen de referentiebedragen en de reële uitgaven, raden we aan om de reële bedragen in te geven. Dit is een oefening tussen haalbaarheid en accuraatheid. Hierover maak je best afspraken binnen je OCMW.
Referentiebudgetten geven de hoogte weer van de noodzakelijke uitgaven. Die liggen soms (met name voor gezinnen met kinderen die huren in de private huisvestingssector) dichtbij of meestal boven het nationaal gewaarborgde minimumloon. Om te voorkomen dat cliënten in de financiële hulp blijven hangen, kan een OCMW beslissen om aanvullende steun onder voorwaarde van een succesvol arbeidstraject toe te kennen. Opgemerkt moet worden dat de feitelijke minimumlonen in de meeste sectoren doorgaans een stuk hoger liggen dan het nationaal gewaarborgde minimumloon, zeker wanneer ook de eindejaarspremie en het vakantiegeld mee in aanmerking worden genomen.
Er zijn geen voorwaarden vastgelegd met betrekking tot de doelgroep. Een OCMW kan autonoom kiezen voor wie men REMI gebruikt en eventuele steun op basis van REMI Sociaal toekent. Wel bepaalt de federale overheid in het kader van de subsidieregeling dat een activeringstraject dient worden opgezet. Echter, een OCMW kan op basis van billijkheidsredenen hiervan afwijken. Vanuit het expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn raden wij aan om de doelgroep zo ruim mogelijk te definiëren zodat men niet enkel curatief maar ook proactief hulp kan bieden en mogelijke financiële tekorten zo snel mogelijk worden gedetecteerd.
Zie afsprakenkader 1.1.
Voor mensen in collectieve schuldenregeling kan een REMI Sociaal berekening worden gemaakt. Vooraleer de berekende REMI Sociaal toelage effectief wordt uitbetaald, moet er een akkoord zijn van de schuldbemiddelaar. Lees zeker ook het afsprakenkader (p.11) voor meer uitleg. Het is dus zeker mogelijk om bv op basis van het toegekende leefgeld een berekening te maken in REMI Sociaal, en hierbij dan in het maandbudget/basisdossier ook wel rekening te houden met het gegeven dat misschien niet alle uitgaven door de client zelf betaald worden. Wanneer deze cliënt REMI Sociaal steun ontvangt moet dit wel gemeld worden aan de schuldbemiddelaar (anders is dat mogelijke reden voor herroeping). Als de schuldbemiddelaar akkoord zou kunnen zijn dat deze steun een aanvulling is op het leefgeld, waardoor er minder extra's nodig zijn etc., dan kan deze steun helpen om de gemaakte afbetalingsplannen te kunnen naleven.
Binnen de geïntegreerde versie heb je het voordeel dat je gebruik kan maken van reeds ingevoerde gegevens. Op basis van een koppeling zal een deel van de velden al automatisch worden ingevuld. De geïntegreerde versie ziet er wat anders uit maar het idee is hetzelfde.
Alle gebruikers van de geïntegreerde versie kunnen ook gebruik maken van de standalone versie.
Neem contact op met uw softwareleverancier voor meer informatie en praktische details.